Chiropractie

Chiropractie is een behandelwijze waarbij, net als bij osteopathie, gekeken wordt naar het paardenlichaam als geheel. Deze holistische benadering wordt gebruikt, omdat symptomen of klachten zich soms op andere plaatsen voordoen dan waar de oorzaak gelegen is. Het richt zich op het lokaliseren en behandelen van blokkades in het bewegingsapparaat. De wervelkolom speelt een centrale rol bij de chiropractische behandeling. Door blokkades (stoornissen in beweeglijkheid) in de wervelkolom wordt de werking van het zenuwstelsel beïnvloedt, waardoor er verschillende klachten kunnen ontstaan. Door middel van manuele technieken wordt de beweeglijkheid hersteld en een eerste aanzet gegeven aan het zenuwstelsel voor herstel. De technieken die gebruikt worden zijn bijv. Manipulaties en mobilisaties.

Chiropractie is bedoeld als een aanvullende therapie om naast de reguliere geneeskunde en diagnostiek te gebruiken.

Het doel van een chiropractische behandeling is

  • Verminderen van pijn
  • Verminderen van spierspanningen of spierspasmen
  • Optimaliseren van de beweeglijkheid en symmetrie van de wervelkolom
  • Voorkomen van blessures (dus ook preventief)

Preventie en diagnostiek
Naast het oplossen van bestaande problemen kan chiropractie ook worden ingezet ter preventie van problemen en blessures. Kleine afwijkingen in de beweeglijkheid van gewrichten kunnen immers het begin zijn van grotere problemen. Het vroegtijdig diagnosticeren en behandelen van afwijkingen is dus belangrijk. Een chiropractisch onderzoek kan tevens duidelijkheid geven over de belastbaarheid van een paard of de voortzetting van een trainingsschema. Ook bij zadelproblemen kan een chiropractisch onderzoek bijdragen. Wanneer een merrie drachtig is, kunnen niet alle manipulaties worden verricht. Geef het aan wanneer uw merrie drachtig is!

Onderzoek
Het onderzoek van het paard verloopt via een vast protocol.

Anamnese
In een vraaggesprek met de eigenaar van het paard zal zoveel mogelijk informatie gegeven worden aan de behandelaar voor wat betreft voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van de ziekte, aandoening of probleem van het paard.

Scan
In eerste instantie wordt gekeken naar de houding van het paard in stand. Daarna kan een bewegingsonderzoek gedaan worden (als de situatie dat toelaat) om meer inzicht te krijgen in de beweeglijkheid van de wervelkolom en belasting van de benen. Na deze inspectie onderwerpen we het paard aan een kortdurend onderzoek, waarbij pijn, beweeglijkheid en spierspanning belangrijke aandachtspunten zijn. Ook een neurologisch onderzoek kan belangrijk zijn, om zoveel mogelijk objectieve informatie te krijgen over de huidige situatie.

Opstellen behandelplan
Naar aanleiding van bovengenoemde informatie wordt een behandelplan opgesteld.

Behandeling
Nadat de behandelaar aan de hand van het onderzoek de verschillende probleemzones heeft bepaald, zal deze overgaan tot de behandeling van het paard. Hierbij worden enkel manuele paard vriendelijke technieken gebruikt. Om de ROM (Range Of Motion) van een gewricht te verbeteren, worden dan mobilisatie technieken of manipulaties gedaan. Daar waar een blokkade zit, wordt met de handen druk uitgeoefend en een snelle manipulatie (ook wel High Velocity Thrust) gedaan. Een manipulatie vindt altijd plaats binnen de normale grenzen van het gewricht en zo dicht mogelijk bij de te beïnvloeden wervels. Er wordt geen gebruik gemaakt van hamers en de paarden worden niet verdoofd.

Chiropractische manipulaties hebben ten minste de volgende therapeutische effecten:

  • Mechanische effecten (beïnvloeding van de bindweefselstructuren): Verbetering van de flexibiliteit en functie van gewrichten
  • Neurologische effecten (beïnvloeding van mechano- en neuroreceptoren): Pijnvermindering, spierontspanning en verbetering van de flexibiliteit

Door de behandeling wordt een paard gevraagd om zich niet langer te compenseren in zijn houding en/of beweging. Misschien wel de meest belangrijke vorm van chronische overbelasting is die welke ontstaat wanneer het lichaam moet compenseren voor het niet optimaal functioneren van de wervelkolom. Hierdoor zal er  een grotere en abnormale belasting ontstaan in alle delen van het bewegingsapparaat. Door deze overbelasting kunnen blessures ontstaan. Indien het biomechanisch functioneren van het bewegingsstelsel niet verbeterd wordt, zullen blessures, ondanks langdurig revalideren, niet blijvend kunnen genezen of steeds weer terugkomen.

Een behandeling vindt plaats in de stal van het te behandelende paard. Dit om ervoor te zorgen dat er een optimaal resultaat wordt behaald met de behandeling. Wanneer een paard in een trailer vervoerd moet worden na een behandeling, kan dit het resultaat van de behandeling negatief beïnvloeden.

De behandelingsduur ligt tussen een half uur en een uur, afhankelijk van het probleem en hoelang het probleem al aanwezig was.

Nazorg
De behandeling maakt als het ware de weg vrij om het paardenlichaam zelf het verloren evenwicht weer terug te laten vinden (zelfherstellend vermogen). Het hervinden van dit evenwicht kost tijd. Door het paard te snel weer te berijden of in te spannen zal het lichaam niet in staat zijn zich te herstellen en zal het paard weer terug vallen in hetzelfde probleem als voor de behandeling. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat het paard de eerste week na de behandeling niet bereden of ingespannen mag worden. Dit betekent absoluut niet dat het paard stalrust moet krijgen! Het beste is om het paard vrije beweging in de paddock of wei te geven. Indien vrije beweging niet mogelijk is, kunt u het paard longeren of wandelen aan de hand. Gebruik hierbij de eerste dagen geen hulpteugels. Het kan zijn dat uw paard een andere manier van lopen ontwikkelt en het zal voor u de eerste keren met rijden anders aan kunnen voelen dan normaal. Het is belangrijk dat u de eerste dagen het werk voor uw paard simpel houdt. Dat wil zeggen dat u lange lijnen en grote voltes rijdt en bijvoorbeeld geen zijgangen of oefeningen waarbij een grote mate van verzameling en oprichting nodig is. Geef uw paard de tijd om te wennen en doe geen oefeningen waar het grote moeite mee heeft. Daarna kan weer langzaam opgebouwd worden naar het trainingsniveau van voor de behandeling. Uiteraard wordt de nazorg uitgebreid besproken met de eigenaar/berijder van het paard. Ieder paard is uniek, de nazorg wordt daarom ook afgestemd op het paard.

Het aantal behandeling dat nodig is om een (bewegings)probleem op te lossen is erg afhankelijk van het type probleem, hoelang dat probleem al bestaat, de uitgebreidheid van het probleem en de reactie van het paard op de behandeling. Na de eerste behandeling wordt er door de behandelaar een inschatting gemaakt of meerdere behandelingen nodig zijn. Kleine, kort bestaande, problemen kunnen na 1 behandeling opgelost zijn. Meestal zijn echter meerdere behandelingen noodzakelijk. Het effect van een behandeling is soms pas na 2 of meerdere weken goed te beoordelen. Indien er na 2-3 behandelingen onvoldoende verbetering optreedt kan het aan te bevelen zijn om naar een specialistische kliniek te gaan voor nader onderzoek.

Benadrukt moet worden dat voor het voorkomen of herstellen van problemen, veel aspecten van belang zijn. Zowel de algemene gezondheid als het welzijn van het paard en de daarbij behorende managementfactoren (voeding, huisvesting, vrije beweging), de training, het zadel, de ruiter en eventueel hoefbeslag kunnen in positieve, maar ook in negatieve zin bijdragen aan het herstel van het paard.